428
21 October 1911.
De heer Fr. SMITS meent uit de teekening te
hebben kunnen afleiden, dat adressant door eene
andere indeeling van het pand, in het geheel geene
ontheffing zou noodig hebben. Intusschen moet spreker
aandringen op overlegging van betere teekeningen,
waaruit de toestand nauwkeuriger blijkt. Verder trof
spreker de opmerking van den directeur der openbare
werken in zijn rapport, dat de open ruimte achter
woningen, welke art. 14 vordert, als een minimum-
eisch moet gelden. Als daaraan de hand moet wor
den gehouden, zou dit eene ramp zijn voor den
middenstand.
De voorzitter doet opmerken, dat de teeke
ningen door belanghebbenden zelf worden ingezonden
en dus niet van het bureau van gemeentewerken
afkomstig zijn.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu
het ontwerp-besluit tot afwijzende beschik
king goedgekeurd.
16. Adres van J. A. Laene te Breda, verzoe
kende ontheffing van art. 14 der bouwverordening,
met betrekking tot eene voorgenomen verbouwing
van het pand aan de Boschstraat no. 6.
Bij dit adres is gevoegd het volgend prae-advies
van burgemeester en wethouders
„Ingekomen is het hierbij gevoegd adres van J.
„A. Laene, ontheffing verzoekende van art. 14 der
„bouwverordening, in verband met de voorgenomen
„verbouwing van het perceel aan de Boschstraat
„n°. 6 alhier.
„Met betrekking tot dit adres, zijn door ons bereids
„ingewonnen de adviezen van de gezondheidscom-