vt 21 October 1911. 431 en lucht voldoende rekening is gehouden. Dit plan komt bij burgemeester en wethouders. Deze bezitten de bevoegdheid, om ontheffing te verleenen van de oppervlakte der lichtramen, maarde raad bezit die bevoegdheid niet. Dit acht spreker gelukkig. Wil de aanvrager met een ander voorstel komen, dan moet de zaak weer opnieuw in behandeling worden gebracht. De heer FR. SMITS is van meening, dat de heer Rombouts niet op de hoogte is van den plaatse lijken toestand. Het geldt hier eene verbetering ter wille van de moraliteit en de gezondheid. Er woont een gezin met 9 kinderen in twee kleine kamers. Daar wenscht men nog twee kamers bovenop te bouwen, terwijl een aanwezig privaat naar buiten wordt verplaatst. Men zou geen goed lid van de gezondheidscommissie zijn, indien men deze verbe tering, ter wille van de gezondheid, weigerde. Het eenige, waar het om gaat, is de winkel. De heer VAN KEPPEL staat verbaasd over de woorden van den voorzitter der gezondheidscommissie, waar deze, ten behoeve van den winkel wil vast houden aan art. 60 der bouwverordening. Een winkel is geen woonvertrek. Deze heeft licht en lucht van de straat genoeg, ook al zou het raam in den achter gevel worden dichtgemetseld. Door de voorgestelde verbouwing gaat de woning op eene enorme manier er mede vooruit. Dit zijn allemaal motieven, welke er voor pleiten, om de ontheffing toe te staan. Iets anders zou het zijn, als het benedengedeelte voor woning werd ingericht. Indien dus de aanvrage wordt toegestaan onder voorwaarde, dat het beneden gedeelte als winkel moet worden gebezigd, komt het spreker voor, dat er niet gehandeld wordt in strijd met art. 60 der bouwverordening.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 431