21 Januari 1911. 43 veel te veel. Als men stenografische verslagen had, zou men kunnen zeggen, dat ze in orde zijn. Nu is het geen verslag, het trekt er niet op. Als men zegt, dat de notulen goed zijn, kamt men den notulist op en zou hij er slechts ij del door kunnen worden. De heer MEEUWESEN is het in zooverre eens met den vorigen spreker, dat het wenschelijk is om, zooals in andere plaatsen geschiedt, de verslagen tegen geringen prijs verkrijgbaar te stellen. Maar spreker is het er niet mede eens,"dat de notulen op niets zouden lijken. In 't algemeen wordt bijna woordelijk weergegeven, wat door de sprekers is gezegd. Als men nagaat, hoe uiteenloopend de ver slagen in de plaatselijke bladen worden weergegeven, dan verdient de notulist werkelijk hulde voor de wijze, waarop hij zijne taak volbrengt. Spreker hoopt dan ook, dat deze nog lang zijne functie op die wijze zal kunnen vervullen. Dat de notulist zich een enkelen maal kan ver gissen, is vrij natuurlijk. Hij kan niet altijd precies weten, wat de bedoeling is van den spreker. Maar dan kan daaraan gevoegelijk door eene correctie worden tegemoet gekomen. Spreker wenscht dan ook te protesteeren tegen de uitdrukkingen van den heer van den Brink. De heer VAN DEN BRINK herhaalt, dat de notulen volstrekt niet in orde zijn. Vroeger waren ze zelfs partijdig en het verslag van de door spre ker gehouden interpellatie over het optreden der politie, in verband met de uitsluiting bij de firma Klep, is bepaald slecht geweest. Sindsdien is men meer voorkomend geworden tegenover spreker en is er veel veranderd. Spreker dringt echter aan op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 43