11 November 1911.
451
De heer VAN HULTEN vraagt, of in plaats van
de boomen, die geveld worden, overal nieuwe zullen
komen.
De voorzitter antwoordt, dat zulks geschieden
zal, als het kan. Er kunnen bezwaren zijn. Zoo stelt
de heer Waals, opzichter der beplantingen, voor,
nieuwe boomen te planten op het Dijkje. Burge
meester en wethouders hebben daartegen echter be
zwaar gemaakt met het oog op de bewoners. Om
een voorbeeld te noemen de boomen op het dr. Jan
IngenHousz-plein hebben veel te lijden en zijn aan
den onderkant zeer beschadigd.
De heer VAN HULTEN veronderstelt, dat in de
parken de boomen toch wel alle zullen worden ver
vangen.
De voorzitter antwoordt bevestigend.
Alsnu wordt zonder stemming overeen
komstig het voorstel van burgemeester en
wethouders beslotenterwijl de voor
zitter toezegt, dat burgemeester en
wethouders het idéé van den heer Rom-
bouts nog zullen overwegen.
Alvorens tot de behandeling van het volgende
punt der agenda wordt overgegaan, stelt de burge
meester het voorzitterschap in handen van den heer
Scheltus, oudste wethouder, en verlaat, evenals de
secretaris, de vergadering.
De voorzitter schorst de openbare vergadering,
welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren.
Nadat de openbare vergadering door den voor
zitter heropend is, wordt aan de orde gesteld: