452 11 November 1911. 12. Schrijven van de gedeputeerde staten dezer provincie, in zake de regeling der jaarwedden van den burgemeester en den secretaris, welk schrijven als volgt luidt: „Nu de bestaande regeling der jaarwedden van „de burgemeesters en secretarissen eerlang vijf jaren „zal hebben gewerkt, wenschen wij te overwegen „in hoeverre partieele wijziging zich aanbeveelt. „Van de thans geldende regeling laten zich het „bevolkingscijfer en de levensstandaard als de hoofd- grondslagen erkennen. Deze zijn echter onderhevig „aan verandering, die de aangenomen evenredigheid „in de belooning verstoort. „Niet genegen tot partieele wijziging telken „male als in eene gemeente eene aanleiding daar- „toe zich zou kunnen voordoen, zijn wij bereid „thans, met behoud in het algemeen van den be- „staanden maatstaf en van de schaal van opklim- „ming, mede te werken tot verbetering in de ver houdingen, waar die wenschelijk blijkt. „Wij verzoeken U, ons hieromtrent te dienen van „advies voor wat Uwe gemeente betreft. „Uw advies ontvangen wij gaarne vóór 1 Decem ber a. s." In verband met de in besloten vergadering ge houden besprekingen, geeft de voorzitter in over weging, aan de gedeputeerde staten mede te deelen, dat, naar het gevoelen van den raad, voor de regeling der bedoelde jaarwedden ook nog andere grondslagen kunnen worden aangenomen, dan die, welke door de gedeputeerde staten worden genoemd, en dat de raad, met het oog op den arbeid, welke ook in verband met de omgeving van den burgemeester en van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 452