18 November 1911.
495
rupties door, den voorzitter der gezondheidscommissie
op deze lacune gewezen, en te vergeefs vraag ik
mij af, waaraan is dit negeeren der belangen van
den aanvrager te wijten Waarom die stijfhoofdig
heid Wil dan de gezondheidscommissie niet inzien,
dat verandering in den toestand bij den heer Laene een
dringende noodzakelijkheid is? Wil zij hare fout verber
gen, door het bestaan van een gewoon privaat, tusschen
woonvertrekken, zonder licht of lucht, te loochenen,
althans niet te willen weten? Laat ons er niet
langer bij stilstaan, maar tevens aan bedoeld ad
vies iedere waarde of ieder recht ontkennen, dat
te duidelijker in het oog springt, nu de gezondheids
commissie (zonder den toestand te kennen, zoo niet,
zij zou anders spreken) zich van de zaak afmaakt
met een ongeveer gelijkluidend, zoo niet hetzelfde
advies als den eersten keer, terwijl het le en het
2e plan zeer veel van elkaar verschillen.
Is de houding der gezondheidscommissie aan
kritiek onderhevig, niet minder vreemd is de hou
ding van den directeur der gemeentewerken.
In de vergadering van 21 October werd naar
aanleiding van het eerste advies van den directeur
der gemeentewerken, (die ten spijt van de gezond
heidscommissie, wel degelijk het bizonder geval of
de dringende noodzakelijkheid erkende) bij monde
van den voorzitter de toezegging gedaan, dat Laene
een nieuw plan zou indienen, waarbij meer rekening
zou gehouden worden met licht en lucht. Naast
mij hebben verschillende andere leden den heer
Laene in overweging gegeven, om bedoeld platdak
van licht en lucht doorlatend roosterwerk te voor
zien, of beter, om een flinke opening daarin te
brengen, waarin licht en lucht vrij kon doorstralen.
En als de heer Laene dat idee bij den directeur