466 18 November 1911. van gemeentebedrijven ter sprake bracht, luidde hetvoor een platdak krijgt ge nooit toestemming. Van waar die ommekeer? Welke invloed van boven heeft zich hier doen gelden? De heer Laene zou zich nu tevreden stellen met het privaat op de bovenste verdieping. Ter wille van art. 14 moeten de privaten naar den zolder Het pleit wel voor de meegaandheid van den heer Laene, als hij de practische bezwaren, daaraan verbonden, ter wille van een niet te verdedigen houding der gezondheidscommissie wil opofferen. Maar zou men thans niet denken, dat de man ge noeg gedaan had Neen, er moest een middel gezocht worden om den ijverigen man, die zoo hard voor zijn brood te werken heeft, wiens eenig bezit zijn huisje is, in zijne plannen te bemoeilijken. De eerste maal werd niet gesproken over het opbouwen van de keuken, doch thans was het een welkome gelegenheid om de aanvrage te doen stranden. Het advies der gezondheidscommissie leert ons niets nieuws, doch bovendien hebben wij gezien, het blijkt een onbetrouwbare gids. Rest ons het rapport van den directeur der gemeentebedrijven. Staan wij eerst even stil bij het slot van zijn be toog, waar hij aan de memorie van toelichting con clusies toeschrijft, die daar geenszins te lezen zijn. De directeur doet het voorkomen, dat er de on juiste bewering neergeschreven staat, dat de opbouw noodzakelijk is voor de verdiepinghoogte der keuken. In de memorie van toelichting staat eenvoudig, dat die opbouw de hoogte van de keuken, en zij, die den plaatselijken toestand kennen zullen dat volkomen beamen, ten goede komt. Het laat den heer Laene gewoonweg koud of zijn keukentje

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 466