18 November 1911. 467 2 M. of 3 M. hoog is, doch de gezondheidscom missie moest zoo iets niet koud laten. Doch komen wij thans tot het gewraakte uit- bouwtje. Het rapport van den heer Van Veen zegt, dat adressant op den zolder van zijne woning een uitbouwtje daardoor verkrijgt. Dat is onjuist, het pand is reeds uitgebouwd, en wanneer die uit bouw opgetrokken wordt, dan krijgt adressant een oppervlakte beschikbaar, die zich als een geheel aan den zolder aansluit. Laat het slechts 1,80 X 1,80 zijn, maar voor adressant heeft iedere vier kante meter waarde, en vergeten wij niet, dat de strenge bepalingen van onze bouwverordening den heer Laene een offer vraagt voor privaat en over loop van 4,10 bij 1,50. Het rapport van den directeur der gemeente bedrijven spreekt van een koker. Ook thans moet ik tot de overtuiging komen, dat er naar argu menten gezocht is, om aan het eens ingenomen standpunt eenigen schijn van ernst te geven, of moet ik veronderstellen, dat de directeur der ge meentebedrijven den toestand niet goed heeft aan schouwd of onvolledig werd ingelicht? Wie den toestand gezien heeft, weet dat bedoeld keukentje reeds met een schuin dak tot bijna aan het dak opgebouwd is. En dus die kleine driehoek nieuw metselwerk, die adressant vraagt, zou de binnen plaats geheel veranderen Neen, als er van een koker sprake mocht zijn, dan is er deze thans reeds. En alhoewel in het algemeen een koker tot krachtiger luchtcirculatie zal medewerken, zoo kan hiervan geen sprake zijn, daar de achtermuur van het pand Oomen niet hoog is opgetrokken, de muur van het brandspuithuis belemmert evenmin toe treding van licht of lucht, doch wat meer zegt, de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 467