18 November 1911.
478
vrijstellingen voor de naamlooze vennootschap „Volks
huisvesting" onder art. 72 vallen.
De heer VAN HULTEN zegt, dat hij geene be
paalde artikelen op het oog heeft, maar alleen de
meerdere of mindere toeschietelijkheid van burge
meester en wethouders in het algemeen.
Het voorstel van den heer Fr. SMITS, om het
verzoek van adressant toe te staan in dien zin, dat
de bestaande keukenuitbouw, volgens de overgelegde
teekening mag worden opgetrokken en verder met
instandhouding van de door burgemeester en wet
houders aangegeven voorwaarden, wordt alsnu in
stemming gebracht en aangenomen met 16 tegen
5 stemmen.
Vóór stemden de heeren Lijdsman, J. M. Ingen-
Housz, Overing, Reigersman, Teychiné, van Gastel,
Meeuwesen, van Hulten, Fr. Smits, Heijlaerts,
A. F. Smits, Bom, Merkelbach van Enkhuizen,
Slechtriem, Staal en van Keppel.
Tegen waren de heeren mr. W. IngenHousz,
Scheltus, Rombouts, Bloemarts en van den Brink.
Zoodat besloten is aan adressant de ge
vraagde ontheffing te verleenen onder de
navolgende voorwaarden
1". dat op of boven het open plaatsje,
behoorende bij het perceel, niets worde
gebouwd of daargesteld;
2". dat geene verandering worde ge
bracht in de grenzen van het perceel,
en onder bepaling, dat bij niet-vervulling
van een dezer voorwaarden de aangevraag
de vergunning vervalt.