474 18 November 1911.
6. Behandeling en vaststelling van
a. de begrooting der gasfabriek voor het dienst
jaar 1912
b. de begrooting der waterleiding voor het dienst
jaar 1912 en
c. de gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1912.
De voorzitter stelt allereerst aan de orde de
begrooting der gasfabrie
De heer VAN DEN BRINK vraagt, of bij deze
begrooting in algemeene beschouwingen kan worden
getreden, voor zooveel het bedrijf betreft, dan wel
of de daarop betrekking hebbende punten aanstonds
bij de gemeente-begrooting ter sprake kunnen worden
gebracht.
De voorzitter vindt het beter, dat de discus-
siën thans beperkt blijven tot de cijfers en dat
andere opmerkingen, op het bedrijf betrekking heb
bende, worden ter sprake gebracht bij de algemeene
beschouwingen over de gemeente-begrooting.
Zonder bedenking wordt alsnu de begroo
ting der gasfabriek vastgesteld, zooals zij
door burgemeester en wethouders is aan
geboden.
Thans is aan de orde de begrooting der waterleiding
voor het dienstjaar 1912.
Wordt eveneens zonder eenige bedenking
vastgesteld.
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde de
begrooting van het burgerlijk armbestuur voor het
dienstjaar 1912, welke mede in de afdeelingen is
onderzocht en ten aanzien waarvan wordt voorgesteld