478 18 November 1911.
volksvoedsel wordt aangeschaft, o. a. door het be
trekken van buitenlandsch vleesch
De voorzitter meent, dat de heer van den
Brink afwijkt van de algemeene beschouwingen, wijl
dit alles met de Bredasche begrooting niets te maken
heeft.
De heer VAN DEN BRINK zegt, dat de kwestie
over de duurte der levensmiddelen tegenwoordig
allerwege besproken wordt, zoodat hij meende, dit
punt ook hier wel ter sprake te kunnen brengen.
Spreker wijst er dan verder op, dat verschillende
gemeenten in Duitschland ook aardappelen en groen
ten aanschaffen ten gerieve hunner inwoners. Spreker
heeft daarvan lijsten, welke hij gaarne ter inzage
wil verstrekken.
Terugkomende tot het rapport der afdeelingen,
wijst spreker op het daarin vermelde, dat een lid
bij de algemeene beschouwingen eenige arbeiders-
grieven wenscht ter sprake te brengen.
Ten einde hieromtrent zoo kort mogelijk te zijn,
wil spreker slechts beknopt weergeven, hetgeen door
de vakvereenigingen wordt verlangd.
Thans wordt op heiligendagen slechts toegekend
50 °/o op het gewone dagloon. Dit wordt te weinig
geacht. Het zou op alle Zon- en feestdagen, daar
onder begrepen de niet-afgestelde Roomsche heiligen
dagen en die, welke voortaan als rustdagen worden
beschouwd, moeten bedragen 100 0/„ van het gewone
loon. Ook voor overwerk wordt niet voldoende betaald.
De voerlieden bij de gemeente-reiniging zouden
op Zon- en heiligendagen voor hunne buitengewone
werkzaamheden eene vergoeding dienen te ontvangen
van meer dan 50 cent. Voor overwerk zou het loon
met 50 °/0 behooren te worden verhoogd.