488 18 November 1911.
door de weinig heldere voorstelling toen niet vol
komen duidelijk was. Thans is dat duidelijker uit
gedrukt en spreker stemt in met het financieel beleid
van het bestuur dezer stad en met het stelsel, dat
daaraan thans ten grondslag ligt. In de financieele
politiek is perspectief waar te nemen, waar die vroeger
vaag en onbestemd was.
De leeningen hebben aanleiding gegeven tot heel
wat commentaar en bij velen bestaat daaromtrent
eene verkeerde meening. In de allereerste plaats moeten
deze dienen voor productieve werken de kosten van
improductieve werken moeten zooveel mogelijk uit
de gewone inkomsten worden gekweten.
Nu is in 1910 eene leening aangegaan van
f 140000,en in 1911 eene van f 150000,
samen f 290000,terwijl er een overschot is van
ruim f 84000,Deze leeningen hebben gestrekt
tot bestrijding van de volgende uitgaven f 80000,
voor aankoop van het terrein voor de cavaleriekazerne,
f 64000,voor uitbreiding van gasfabriek en
waterleiding, f 14000,bijdragen restauratie Groote
kerk in 1908, 1909, 1910 en 1911, f 36000,—
voor uitbreiding der ambachtsschool, f 34000,voor
het politiebureau, f 14000,voor de verbouwing
van het stadhuis, f 12000,voor de brug bij de
mestvaalt, nieuwe politieposten, ophoogen wegen en
de rest voor kleinere posten.
Van de gronden, die zijn aangekocht voor de te
bouwen cavaleriekazerne, is nog een belangrijk ge
deelte het eigendom der gemeente gebleven, waarvan
de waarde kan geschat worden op f 40000,terwijl
het te verwachten is, dat de waarde van dien grond
in de toekomst nog aanzienlijk zal stijgen. Voorts
is er een batig slot van zegge f 50000,op den
dienst 1911 der buitengewone middelen. Deze be-