18 November 1911.
497
De voorzitter antwoordt hierop, dat burge
meester en wethouders binnenkort advies zullen uit
brengen op het adres van den Bestuurdersbond om
oprichting eener arbeidsbeurs.
De heer FR. SMITS geeft den heer van den Brink
in overweging dit prae-advies af te wachten en tot
zoolang de motie in te houden.
De heer VAN DEN BRINK verklaart zich hiertoe
niet bereid.
Het eerste gedeelte der motie, van den heer
VAN DEN BRINK betreffende de arbeidsbeurs, wordt
alsnu in stemming gebracht, doch verworpen met
G tegen 15 stemmen.
Tegen stemden de heeren Lijdsman, J. M. Ingen-
Housz, Reigersman, Teychiné, van Gastel, Fr.
Smits, mr. W. IngenHousz, Scheltus, Rombouts,
Heijlaerts, A. F. Smits, Bloemarts, Slechtriem,
Staal en van Keppel.
Vóór waren de heeren O vering, Meeuwesen, van
Hulten, Bom, Merkelbach van Enkhuizen en van
den Brink.
Het tweede gedeelte der motie wordt niet vol
doende ondersteund en kan alzoo geen punt van be
handeling meer uitmaken.
De heer VAN HULTEN repliceerende, zegt, dat
uit de aangehaalde citaten van den heer Aalberse
blijkt, dat de kwestie bestudeerd moet zijn. Dat is
hier al jarenlang gebeurd door eene particuliere
commissie.
Dat het niet eene parlementaire gewoonte is, om