504 18 November 1911. het gekapitaliseerd bedrag, verband houdende met de onderhoudskosten. Spreker vraagt, of burge meester en wethouders niet bereid zijn, in dien geest stappen te doen. De voorzitter antwoordt hierop, dat reeds vroeger onderhandelingen met den Minister hebben plaats gehad, doch dat die zijn afgebroken, omdat de zaak voor de gemeente te kostbaar zou worden. Intusschen willen burgemeester en wethouders wel trachten meer aannemelijke voorwaarden voor de gemeente te verkrijgen. De heer ROMBOUTS herinnert eraan, dat deze zaak al meermalen aan de orde is geweest. Hoe meer stemmen er echter in het openbaar opgaan, om de brug van het Rijk over te nemen, des te vaster staat de Minister en des te meer is dit tegen het belang der gemeente. Zonder verdere bedenking wordt de post hierop goedgekeurd. Volgn. 76. In eene afdeeling stelt een der leden voor, het salaris van den klokkenist P. Oomen te verhoogen, hetgeen door alle leden dier afdeeling wordt ondersteund. Antwoord: Een voorstel tot verhooging van de belooning van den klokkenist zal binnenkort worden ingediend, om dat ook wij eenige verhooging gerechtvaardigd achten. De heer VAN HULTEN zegt, dat de klokkenist in den winter nog al koude lijdt en vraagt, of het niet mogelijk is, daarin op de eene of andere wijze te voorzien, b.v. door het plaatsen van een gaskachel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 504