18 Februari 1911. 51 De voorzitter, dit punt aan de orde stellende, wijst op de uitvoerige gedachten wisselingen, welke over deze zaak reeds in vorige zittingen hebben plaats gehad en verzoekt derhalve, dat de leden zich eenige zelfbeperking zullen opleggen. De heer HEIJLAERTS vraagt, of niet aanstonds over het voorstel kan gestemd worden. De heer Fr. SMITS zegt, dat hij gaarne gevolg zal geven aan het verlangen van den voorzitter tot zelfbeperking. Toch acht spreker deze zaak van vol doende gewicht, om daarover nog een enkel woord in het midden te brengen, nu de heer Raming den raad in de gelegenheid stelt, zich te rehabiliteeren. Want het valt niet te ontkennen, dat het afwijzend besluit van den raad van verschillende kanten be zwaren heeft uitgelokt. Er is ook een voorstel van de minderheid van het dagelij ksch bestuur, gegrond op het advies van de gezondheidscommissie. Spreker wijst op het zonderlinge van dit advies, waarin voorschriften worden gegeven omtrent het aanbrengen van trappen en brandladders. Het was spreker niet bekend, dat de gezondheids commissie zich had in te laten met voorschriften omtrent brandgevaar. Spreker begrijpt dan ook de strekking van het advies niet en kan niet nagaan, welk verband er bestaat tusschen het geven van voorschriften voor licht en lucht en het nemen van maatregelen voor brandgevaar. In de plaatselijke bladen heeft men een ingezon den stuk kunnen lezen van het oud-raadslid, den heer Sassen, betreffende de bedoeling van art. 14 en ook een artikel van den heer de Bruijn, directeur der Zuider-hypotheekbank, welke beide stukken zeer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 51