18 November 1911. 529 de brug tusschen de Nieuwe Ginnekenstraat en de Wilhelminastraat. In diezelfde afdeeling werd de wenschelijkheid uitgesproken, om de brug tusschen Haagdijk en Brug straat te verbreeden en daaromtrent aan de Regeerieg voorstellen te doen. Antwoord Met genoegen hebben wij geconstateerd, dat het plan, om het verhoogde voetpad in de Willemstraat stofvrij te maken door middel van quenasttegels, is toegejuicht. Wij wilier er echter op wijzen, dat, indien die wijze van werken voldoet, waaromtrent weinig twijfel kan bestaan, de consequentie medebrengt, dat geleidelijk de verhoogde voetpaden in Nieuwe Ginne kenstraat, Wilhelminastraat en Nieuwe Haagdijk voor dergelijke bestrating aan de beurt komen. Met niet minder genoegen namen wij kennis van het feit, dat ook het plan voor eene breedere nieuwe brug tusschen Nieuwe Ginnekenstraat en Wilhelmina straat instemming he:ft gevonden en dat eene brug van 20 M. breedte, volgens de globale omschrijving in de toelichting bij het voorstel voor nieuwe werken in 1912, de goedkeuring kan wegdragen. Bij algemeene instemming met deze denkbeelden stellen wij ons voor spoedig opdracht te verleenen tot het indienen van uitgewerkte plannen met be stekken en begrootingen, welke in het begin van 't volgend jaar aan de goedkeuring van den raad zullen worden onderworpende uitgaven kunnen worden bestreden uit den post onder volgnummer 193 der begrooting. Zoolang de Tolbrug door het rijk niet aan de gemeente zal zijn overgedragen, zal de verbreeding daarvan wel achterwege blijven. Overigens verwijzen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 529