580 18 November 1911. wij naar aanleiding van den hier uitgesproken wensch naar ons antwoord bij volgnummer 75 hiervoor. De heer Fr. SMITS vraagt, of er bijzondere aan leiding voor bestaat, waarom de verhoogde voetpaden in de Mauritsstraat en de Sophiastraat niet in het antwoord van burgemeester en wethouders zijn ge noemd. De voorzitter antwoordt hierop ontkennend. Alle verhoogde voetpaden zullen geleidelijk aan de beurt komen. Dit plan sluit zich aan bij het stofvrij maken van de singels. Bij verschillende keuringen voor den militairen dienst als anderszins blijkt, dat in deze gemeente veelvuldig struma voorkomt. Men schrijft dit toe aan de stofplaag. De heer VAN HULTEN vraagt, of deze bestrating op den duur eenig voordeel zal opleveren, wat betreft de onderhoudskosten. Spreker zou daarvan gaarne eene becijfering willen zien. Voor bestrijding van de stofplaag acht spreker die uitgaaf niet noodig. De voorzitter antwoordt hierop, dat er zeker eenig voordeel in gelegen is, maar dat het moeielijk is, daarvan eene becijfering te geven. De stofplaag is hier nog al erg. De heer VAN HULTEN wijst erop, dat bij eene consequente toepassing van het beginsel in de toe komst ook de Baronielaan met tegels zal moeten worden belegd. Dat zal nog al wat kosten. De heer MEEUWESEN zegt, dat hij, niettegen staande de langdurige droogte, dezen zomer niet veel gemerkt heeft van het stof in de Willemstraat en de Sophiastraat. Eerder zou spreker in over-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 530