18 November 1911. 543 Als de raad dus streng vasthoudt aan nieuwbouw en aan de voorschriften der bouwverordening, dan worden de menschen, die daarvoor allereerst in de termen vallen, niet geholpen. Ook in andere groote steden ziet men dat in. De heer LIJDSMAN apprecieert ten zeerste de goede bedoelingen der commissie, doch het komt hem voor, dat de uitvoering van dit plan het streven der commissie niet in de hand zal werken. Spreker meent, dat men de éénvertrekswoningen niet mag bevorderen. Nu wordt er boven nog wel een slaapvertrek gemaakt, doch daar moet men met handen en voeten naartoe kruipen. Beter ware het dus geweest, om van drie woningen twee te maken, evenals dit reeds door particulieren is gedaan. Er is thans een flink plein, doch dit gaat weg door pri vaten en voortuintjes. Men gaat privaten maken aan de voorzijde der woningen. Deze toestand acht spreker niet erg wenschelijk. Er wordt eene woning weggebroken, om meer licht en lucht te verkrijgen, doch op eene andere woning, die veel te klein is, wordt eene verdieping opgebracht. Spreker zou de vereeniging graag ter wille wenschen te zijn, doch kan zich met dit plan niet vereenigen. Ook verbetering van oude woningen wenscht spreker wel te steunen, doch dit plan is daarvoor te slecht. De heer Fr. SMITS heeft zich afgevraagd, of hier niet van toepassing zijn de voorschriften van de bouwverordening, betreffende het geheel of gedeeltelijk vernieuwen van woningen en komt dan tot de con clusie, dat dit wel degelijk het geval is. Maar dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 543