552
18 November 1911.
vereeniging kan wel betere woningen bouwen, maar
dan kosten ze meer huur.
De heer ROMBOUTS wijst erop, dat de opmerking
van den heer Staal, dat burgemeester en wethou
ders vroeger de éénkamerwoningen hebben afge
keurd, niet geheel juist is. Dat waren woningen
zonder privaat. Aan de eigenaren is toen in over
weging gegeven, om van drie woningen er twee te
maken.
Spreker had ook liever gezien, dat de commissie op
andere panden hare attentie had geslagen. Maar nu
men weet, dat het rijkswoningcollege met dit plan me-
degaat, kan spreker er zich ook wel mede vereenigen.
Goede woningen zijn zeer wenschelijk, maar het
bewonen ervan gaat tal van menschen boven hunne
krachten. Spreker acht het dus zeer juist gezien,
dat men de slechtste woningen tracht te verbeteren,
vooral, omdat ze in handen komen van vereenigingen,
die geen winstbejag beoogen. Dat is niet geoorloofd.
Zoodanige vereeniging staat dus niet gelijk met een
particulier. Bovendien is nog uitdrukkelijk bepaald,
dat een eventueel overschot of winst moet worden
gebruikt voor verbeteringen van de woningen zelve.
De woningwet zegt in art. 3 al. 2, dat bij ge
deeltelijke vernieuwing van woningen alleen die
voorschriften gelden, welke met het te vernieuwen
gedeelte verband houden. Ook art. 61 der bouwver
ordening bevat eene dergelijke bepaling. Wanneer
dus de commissie zich voorstelt een nieuw dak te
maken, moet dat beschoten zijn. Nu zij dat niet
doet, kan het ook niet worden voorgeschreven. In
ieder geval komen de woningen in een beteren
toestand. En waar men het beste niet kan krijgen,
moet men zich met het goede tevreden stellen.