23 December 1911 Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, J. G. OVERING, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEY- CHINÉ, J. C. J. VAN GASTEL, F. C. J. VAN HULTEN, F. A. M. J. SMITS, mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCHELTUS, W. G. H. ROMBOUTS, F. J. M. HEIJ- LAERTS, A. F. SMITS, A. C. BOM, J. B. M. MERKEL- BACH VAN ENKHUIZEN, J. A. H. VAN DEN BRINK, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS en A. A. A. MEEUWESEN. Afwezig de heer J. M. INGENHOUSZ. Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT, burgemeester. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergade ringen van 11 en 18 November 1911, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemer kingen daartegen in het midden heeft te brengen, aller eerst wat betreft de notulen van 11 November 1911. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goed gekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 557