23 December 1911. 575 Toen pi. m. 15 jaar geleden door adressanten die huizen daar werden gebouwd, werd door hen, omdat er nog geen bestrating was en men bij regen in een modderpoel liep, evenals nu nog, en te meer daar ook door het rijk de overzijde nog niet verkocht was, gevraagd (ook met het oog op de destijds in het verschiet zijnde annexatieplannen) aan de vóór zijde langs bovenbedoelde woningen, op eigen kosten een steenen rabat of voetpad, breed 1,50 M. te mogen leggen. Dit werd toegestaan en dus gelegd. Die annexatie sprong evenwel af, ofschoon nu reeds lang is gebleken, hoe noodzakelijk deze in dit en vele andere gevallen zou zijn. Nu echter is dit pad geheel versleten en komen adressanten vragen, of Breda in de plaats daarvan zou willen leggen, niet een bestrating, maar enkel langs die huizen een behoorlijk trottoir van pl. m. vooraf overeen te komen prijs, juist zooals men dat zou moeten leggen bij eventueele annexatie of althans een betere grensregeling, die binnen korten tijd toch zal moeten plaats hebben terwijl adressanten daar voor willen betalen een rente van b.v. 6 van de geheele kosten, tot zoolang de annexatie werkelijkheid zal zijn of door bebouwing der overzijde bestrating noodzakelijk zal zijn geworden. En nu de voornaamste bezwaren van burgemeester en wethouders. 1Men vraagthoe wordt ons de betaling der percenten verzekerd bij verwisseling van eigenaars enz.? 2. Men zegthet trottoir zal worden stuk ge reden en het onderhoud dus te duur worden. Wanneer men vroeg om een voetpad als het nu Antwoord. Door deze bij wijze van rent, tot dien tijd, op elk huis te zetten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 575