$vt
58Ü 23 December 1911.
„Indien de apparaten doelmatig en naar de voor
schriften worden opgehangen, wordt de goede wer-
„king van den inhoud er van gedurende minstens
„5 jaren gegarandeerd.
„Wij hebben de eer U voor te stellen, ons te
„machtigen tot het doen van bovenstaande uitgaaf,
„te vinden uit den post voor onvoorziene uitgaven
„van het loopende dienstjaar."
De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit
voorstel kan vereenigen.
Niemand der leden hiertegen eenige
bedenking hebbende, wordt dienovereen
komstig besloten.
20. Voorstel van burgemeester en wethouders,
daarbij machtiging verzoekende om eene partij nood
munten van Breda, welke door den heer van Keppel
ten behoeve der gemeente op de veiling bij Fred.
Muller en Co. te Amsterdam zijn aangekocht en
voor de historie der gemeente van zeer veel belang
zijn, in het stedelijk museum onder te brengen en
de kosten van aankoop dier munten, met inbegrip
van opgelden, frankeerkosten en verpakking, tot een
gezamenlijk bedrag van f 130,60, te brengen ten
laste van den post voor onvoorziene uitgaven van
het loopende dienstjaar.
De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit
voorstel kan vereenigen.
De heer VAN HULTEN vraagt, wat het voor
noodmunten zijn.
De voorzitter zegt, dat ze betrekking hebben
op de belegeringen van 1577 en 1625,