23 December 1911. tot prikkeling van de energie van het volk en om het geestelijk peil van de groote massa te verhoogen, had spreker gewild, dat men de vakvereenigingen had gehoord. Spreker hoopt intusschen, dat bij latere regelingen daarmede wel rekening zal worden gehouden. In het adres wordt ook aangemerkt, dat de meeste arbeiders zijn gerangschikt in de twee laagste loonklassen, waarom er op aangedrongen wordt, om de laagste loonklasse niet in de regeling op te nemen. Ook spreker had liever gezien, dat de eerste loon klasse kwam te vervallen, waardoor het minimum loon zou beginnen met f 9.60. Dan zou het nog enkele guldens blijven beneden het familieloon, door pater Antoine gewenscht. Spreker stemt daarom in met het adres van de afdeeling Breda van den bond van Nederlandsche gemeente-werklieden. Dat de tegenwoordige dienstjaren bij de aanspraak op verhooging niet zouden medetellen, zooals in het adres wordt vermeld, is onjuist. Volgens de voor gestelde overgangsbepaling tellen deze diensten wel mede. Vervolgens blijkt uit het adres, dat voor overuren en voor arbeid op Zon- en feestdagen, alsmede voor nachtarbeid te weinig wordt betaald. Bijna overal wordt voor nacht- en zondagsarbeid 100 c/o extra betaald. Wat den nachtarbeid betreft, moet daarbij wel in aanmerking worden genomen, dat men dan ook extra voedsel, vuur en licht noodig heeft. Spreker zal dan ook bij de desbetreffende bepalingen enkele amendementen voorstellen, welke hij hoopt, dat door den raad zullen worden aangenomen. Sprekers hoofdindruk is, dat de voorgestelde rege ling wel aangenaam stemt, maar dat de arbeiders nog niet tevreden kunnen zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 586