23 December 1911. 591 te verrichten arbeid door burgemeester en wethouders, na verhoor van de betrokken commissie's van bij stand en de hoofden der takken van dienst. De heer VAN HULTEN vraagt, waarom de met selaars in eene lagere klasse zijn gerangschikt dan de timmerlieden. De voorzitter antwoordt hierop, dat een tim merman voor zijn eigen gereedschap moet zorgen, doch een metselaar niet. De heer VAN HULTEN meent, dat een metselaar meer vuil werk heeft te verrichten en ook veel ver zuim heeft. De heer ROMBOUTS wijst erop, dat, waar het hier geldt eene regeling voor de gemeente, deze niet is gelijk te stellen met eene regeling voor particulieren. Daar heeft een metselaar meer verzuim dan een timmerman. Bij de gemeente echter niet, omdat hij hier een vast weekloon geniet. De heer VAN DEN BRINK zag ook liever een metselaar in de 5de klasse geplaatst. Verder wenscht spreker te vernemen, welk verschil er bestaat tusschen een arbeider en een parkknecht, tusschen een lan taarnpoetser en een lantaarn verzorger. Bovendien heeft het sprekers aandacht getrokken, dat de machinisten bij de verschillende diensttakken ook in verschillende loonklassen zijn gerangschikt. Ten slotte wenscht spreker aan de voorgestelde bepaling nog toe te voegen de woorden met het recht der arbeiders van beroep op den raad. De voorzitter zegt, dat tegen dit amendement overwegend bezwaar bestaat. De raad is niet in staat,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 591