u G04 23 December 1911. De voorzitter zegt, dat hij nog een schrijven heeft ontvangen, om dit adres nog heden in behande ling te stellen. Hieraan gevolg gevende, stelt spreker voor, afwijzend op dit adres te beschikken. De heer VAN HULTEN wijst erop, dat in het adres wel eenige goede dingen voorkomen, maar de sociaal-democraten hebben de eigenaardigheid, om hunne adressen altijd zoodanig in te kleeden dat niet iedereen ze steunen kan. Daarom kan spreker wel medegaan met het voorstel, om afwijzend op het adres te beschikken. De heer VAN DEN BRINK zegt, dat het adres beoogt een handelend optreden in het belang der arbeidersbevolking en waartoe de aandacht wordt gevestigd op een negental punten, in het adres nader omschreven. Spreker begrijpt niet, welke punten bij den heer van Hulten bezwaar kunnen ontmoeten. Op de eerste plaats wordt gevraagd afschaffing van accijnsen. Wanneer men de victorieuse politiek van den heer van Hulten nagaat, dan vraagt deze van hem aller eerst katholieke politiek. Verschillende leden hebben daar indertijd niet aan willen meedoen. Maar de Roomsch-katholieke kiesvereeniging, wier beginselen de heer van Hulten belijdt, kan zich niet verzetten tegen eene afschaffing van accijnsen. Als men de andere daden van den heer van Hulten nagaat, bij wien spreker meent, wel eens socialistische nei gingen ontdekt te hebben, dan moest hij daarvan een groot voorstander zijn. Ook het tweede verzoek, niet-behandeling en invoering van de tariefwetten, heeft met de sociale politiek van den heer van Hulten niets te maken. Spreker ziet overigens geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 604