u.
606 23 December 1911.
ingaan, maar het komt hem wel wat lichtvaardig
voor, dat men zoo maar voorstellen doet, zonder
eenig idéé te hebben van de financieële gevolgen.
Spreker wijst verder op het gebeurde in andere
plaatsen, o.a. ook in de Staten van Zuid- en Noord-
Holland, wat betreft het geven van toeslag op de
loonen der werklieden, wegens duurte. Er bestaat
geen noodtoestand. Intusschen zijn hier de loonen
opnieuw geregeld. Dat zijn toeslagen van blijvend en
aard.
De voorstellen van den heer VAN DEN BRINK,
betreffende de beide eerste punten van het adres,
worden niet ondersteund en kunnen derhalve niet
in behandeling komen.
Het voorstel, betreffende punt III wordt alleen
ondersteund door den heer VAN HULTEN en kan
alzoo evenmin in behandeling worden genomen.
Ten aanzien van het voorstel punt IV wijst de
heer MEEUWESEN erop, dat hij principieel daar wel
iets voor voelt. Zoolang echter niet gebleken is, dat
het muntgas zich behoorlijk kan bedruipen, kan spreker
met dit voorstel niet medegaan.
De voorzitter brengt nog in het midden, dat
dit jaar voor het eerst een post op de begrooting
is gebracht voor het onderhoud der muntgas-installatiën.
Aangezien ook dit punt niet voldoende wordt
ondersteund, kan het geen onderwerp van behandeling
uitmaken.
35. De heer VAN DEN BRINK, alsnu het woord
gevraagd en verkregen hebbende, wenscht een paar
vragen tot het dagelijksch bestuur te richten, naar