18 Februari 1911. 67 De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae-advies kan vereenigen. De heer HEIJLAERTS wijst erop, dat de Baro- niesche tuinbouwvereeniging verbazend veel goed doet. De aanvrage betreft slechts een luttel sommetje. Waar nu de gemeente reeds kosteloos een lokaal met verlichting en verwarming voor den tuinbouw- cursus beschikbaar stelt, meent spreker, dat ook de gevraagde bijdrage wel kan verleend worden, in dachtig het spreekwoord Als het over den hond kan, kan het ook over den staart. Spreker zou dan ook in overweging willen geven, de gevraagde f 25, toe te staan ter aanmoediging en in aanmerking genomen het groote nut, dat de tuinbouwvereeniging reeds gesticht heeft en nog sticht. De voorzitter is het volkomen eens met den heer Heijlaerts, dat de tuinbouwvereeniging veel nut sticht, maar Breda doet reeds iets en de buiten gemeenten, welke het meeste belang bij de zaak hebben, doen niets, 't Is het principe, dat gehand haafd moet worden. Zonder verdere bedenking wordt alsnu, overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders, besloten op het adres afwijzend te beschikken. De heer HEIJLAERTS wenscht aanteekening in de notulen, dat hij tegen dit voorstel is. 19. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van den heer J. Segeren en Zonen te Ginneken, om ruiling van grond, luidende als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 67