18 Februari 1911. 73 omdat de woning ook voor die huurwaarde in de personeele belasting is geschat en eveneens de aan slag in den hoofdelijken omslag daarnaar is geregeld. De heer VAN DEN BRINK herinnert er aan, dat in de vorige openbare vergadering door den voor zitter is aangekondigd eene reorganisatie van de ge meentebedrijven. Spreker vraagt, of burgemeester en wethouders zulke slechte toestanden hebben aan getroffen, dat deze reorganisatie noodig is geworden. Uit het voorstel blijkt, dat de gemeente-architect wordt aangesteld tot adjunct-directeur der openbare werken. Daardoor wordt hij in zijne functie verlaagd. De raad zal nu een fout van vroeger herstellen, toen een opzichter-boekhouder bij openbare werken werd aangesteld tot gemeente-architect. Er wordt dus eene nieuwe betrekking gecreëerd, doch spreker vindt voor dergelijke betrekking een salaris van f'2500,plus vrije woning ad f 300, te hoog. Spreker kan zich wel vereenigen met het eerste en tweede voorstel, maar de belooning voor de be trekking van adjunct-directeur acht hij te hoog, te meer, wijl later nog moet worden uitgemaakt, of de adjunct-directeur dan wel de hoofdopzichter zal worden belast met het bouw- en woningtoezicht Intusschen beschouwt spreker deze voorstellen als eene tegemoetkoming op de vraag, door hem indertijd kort na de ramp in de Lange Brugstraat gedaan, of men hier zou krijgen een civiel-ingenieur. Spreker juicht dit denkbeeld toe, maar er is voor hem toch ook weer een bezwaar aan verbonden, n.l. wat betreft het salaris van f 4500,tot f 5000,- plus vrije woning ad f 400,makende samen alzoo f 5400,—.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 73