18 Februari 1911. 79 „gevend te beleggen, met dien verstande, dat de „gemeente daarover, behoudens opzegging van eene „maand, steeds de vrije beschikking heeft. „Uit het hierbij gevoegd schrijven van de Amster- „damsche Bank zal U blijken, dat deze bankinstel ling bereid is voor deze gemeente gelden op prolon gatie uit te zetten tegen vergoeding van V\ 's jaars. „De Bank aanvaardt daarvoor de aansprakelijkheid „voor den geldnemer en administreert den prolon- „gatiepost. „Wij hebben gemeend de voorkeur te moeten geven „aan een belegging van gelden bij de Amsterdamsche „Bank, omdat bij deze instelling ook betaalbaar zijn „de renten en uitgelote obligatiën van verschillende „leeningen ten laste dezer gemeente, tengevolge waar- „van de gemeente nu reeds met die Bank voortdurend „in rekening-courant staat" De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. De heer MEEUWESEN brengt hulde aan burge meester en wethouders, dat zij erop uit zijn, om het overtollige kasgeld niet renteloos te laten liggen. Uit de stukken is spreker echter gebleken, dat de belegging zal geschieden met een opzegtermijn van eene maand. Daar het echter wel eens voorkomt, dat binnen enkele dagen groote sommen benoodigd zijn, vraagt spreker, of uit de voorgestelde wijze van belegging geene moeilijkheden kunnen voort spruiten. De voorzitter kan den heer Meeuwesen hier omtrent gerust stellen. Burgemeester en wethouders weten het vooruit, welke belangrijke betalingen in 3

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 79