18 Februari 1911. 83 De heer VAN DEN BRINK dankt den voorzitter voor de gedane mededeeling en zegt, dat een onder houd bij den directeur zal worden aangevraagd. In verband met een artikel, voorkomende in een der laatste nummers van de Bredasche Courant, wijst spreker erop, dat reeds bij de behandeling der begrooting voor het dienstjaar 1909 eene com missie is ingesteld voor eene volksbadplaats, waar ook des winters gelegenheid zal bestaan, om zich te baden. Reeds vroeger heeft de voorzitter gezegd, dat die commissie diligent is, doch spreker merkt daar niet veel van. Daarom wenscht spreker te vragen, hoe het met de badplaats staat en in hoever er voor de arme menschen gelegenheid is, om zich ook des winters te baden. De voorzitter antwoordt hierop, dat indertijd door de vereeniging „Het Groene Kruis" tot dat doel een contract is afgesloten met eene particuliere in richting hier ter stede, maar dat er absoluut geen gebruik van gemaakt wordt. De heer MEEUWESEN zegt, dat de commissie steeds diligent is geweest, doch dat er onlangs een lid aan ontvallen is, doordat de heer Sassen als raads lid is afgetreden. Het vraagstuk is echter voor deze stad zeer moeielijk. Intusschen kan spreker de ver zekering geven, dat de commissie diligent blijft. De heer VAN DEN BRINK hoopt, dat dan in de volgende vergadering reeds de benoeming van een derde lid, in plaats van den heer Sassen, aan de orde zal worden gesteld. Spreker brengt alsnu in herinnering het feit, dat in den vroegen morgen van 24 Januari j.l. aan eene dame een ongeluk overkwam tengevolge van de glad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1911 | | pagina 83