- 16 Maart 1912. 105 spreker, dat niet het Rijk of de provinciën dien veerdienst openen. Verder vreest spreker, dat Breda er nadeel door lijden zal, doordat de bewoners van Klundert, //ma luwe en Zevenbergschen Hoek, die thans hunne inkoopen te Breda komen doen, voortaan naar Dord recht en Rotterdam zullen gaan. Spreker vindt het wel betreurenswaardig, dat men zoo toeschietelijk is voor een veerdienst, die op 5 uur afstand van Breda gelegen is en waarvan absoluut geen voordeel is te wachten, terwijl voor andere noodzakelijke doeleinden geen geld te vinden is^ De heer BLOEMARTS betreurt het, dat de heer van Hulten, die overigens een ruimen blik heeft, thans zoo kortzichtig is, dat hij het groote belang van dezen nieuwen verkeersweg voor Breda niet inziet. In het verloopen tijdperk heeft het snelle ver keerswezen zich uitsluitend bepaald tot spoorweg vervoer. Maar in den laatsten tijd tracht dat verkeer zich ook op andere wijze te uiten. En als het veer tot stand komt, zal het verkeer langs den ouden heirweg veel drukker worden en zal Breda daarbij ontegenzeggelijk gebaat zijn. Als men het voordeel afmeet naar wat sigaren, koffie of een dineetje, dan valt er voor de meening van den heer van Hulten misschien wel iets te zeggen. Doch daarin alleen ligt het groote voordeel niet. De gemeenteraad van Dordrecht ziet het groote belang er wel van in. Deze voteerde met algemeene stemmen het dubbele van de subsidie, welke hier gevraagd wordt. De afgeloopen zomer heeft bewezen, dat de zaak levensvatbaarheid bezit. Het verkeer, eerst weinig beteekenend, nam allengs toe. En de statistiek heeft U;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 105