116 20 April 1912. gemeld gesticht over 1911. vergezeld van de daarbij behoorende bijlagen en kwitantiën. De voorzitter stelt voor, deze stukken even eens tot onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den raad, dat de voorzitter deze commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren A. F. Smits, Merkelbach van Enkhuizen en Teychiné. 9. Schrijven van het bestuur van het Departe ment Breda der maatschappij tot Nut van 't Algemeen daarbij inzendende de rekening en het verslag van de kook- en huishoudschool alhier over 1911. De voorzitter stelt voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen en het verslag te doen opnemen in het gemeente-verslag. Waartoe besloten wordt. 10. Motie van het raadslid, den heer J. A. H. van den Brink, luidende „De raad der gemeente Breda spreekt uit de „wenschelijkheid, dat aan ambtenaren en werklieden „in dienst der gemeente ieder jaar de eerste dag der „maand Mei als rustdag worde toegestaan op de „wijze zooals de zon- en feestdagen voor ambtenaren „en werklieden gelden als rustdagen." De voorzitter deelt mede, dat nog zijn inge komen adhaesiebetuigingen van den Bredaschen Be- stuurdersbond, de afdeeling Breda van den Neder- landschen bond van gemeente-werklieden en van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 116