130 20 April 1912. stukken moeten aankoopen, die mogelijk vroeger in het archief hebben berust. Met het oog op dit verschijnsel, vraagt men zich af: hoe komen die stukken in het bezit van particulieren. Daarom wil spreker den raad geven, de archief stukken zorgvuldig te bewaren en nooit af te staan aan op zich zelf werkende geleerden. De voorzitter antwoordt hierop, dat uit het archief nooit stukken aan particulieren in bruik leen worden afgestaan, althans in de laatste jaren niet meer. Het komt wel eens voor, dat door par ticulieren stukken ter inzage worden gevraagd, maar dan worden ze toegezonden aan den betrokken archivaris in die plaatsen, te wiens kantore ze dan door belanghebbenden kunnen worden ingezien. De mogelijkheid is dus vrijwel uitgesloten, dat stukken, die thans in het archief berusten, nog ooit op eene auctie zullen komen. De heer VAN HULTEN acht het wel wenschelijk, dat de bezitters van dergelijke stukken ze eerst aan de gemeente te koop aanbieden, alvorens ze op eene openbare veiling te brengen. De voorzitter is het hiermede eens, ofschoon hij daarvan geen groote verwachtingen koestert. Misschien, dat de thans hierover gevoerde discus- siën aanleiding kunnen geven aan hen, die in het bezit zijn van stukken, welke voor de geschiedenis van Breda van veel waarde zijn, deze aan de ge meente af te staan. Zonder verdere bedenking wordt het onderwerpelijke voorstel alsnu goedgekeurd. 32. Adres van den heer J. B. Petit alhier, om vrij-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 130