134 20 April 1912. „met meer dan f 0,40 en f 0,65 het loon, dat naar „den maatstaf van het rapport den lantaarnopstekers „zou toekomen. „Voor het verleenen van meerdere verlofdagen „aan de lantaarnopstekers dan aan de stokers der „gasfabriek achten wij geen enkele reden aanwezig. „Bij hetgeen het rapport vermeldt omtrent het „toekennen van pensioen of uitkeering, dient nog „in het oog gehouden te worden, dat bij de aan stelling van lantaarnopstekers geen rekening wordt „gehouden met den leeftijd en dat de aan te stellen „personen niet onderworpen worden aan een genees kundig onderzoek. „Wij hebben mitsdien de eer U voor te stellen, „in overeenstemming met het gevoelen der commissie „van bijstand voor de gasfabriek en de waterleiding, „afwijzend op het onderwerpelijke verzoek te be schikken en kunnen niet nalaten er eens op te „wijzen hoe ongemotiveerd en lichtvaardig verzoeken „om loonsverhooging enz. soms worden gedaan en „gesteund." De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer VAN HULTEN, beginnende met hetgeen aan het slot van het prae-advies is vermeld, waar burgemeester en wethouders erop wijzen, hoe onge motiveerd en lichtvaardig verzoeken om loonsver hooging soms worden gedaan en gesteund, heeft zijn geweten onderzocht en de notulen nog eens nagegaan, doch is zich niet bewust, dat hij in deze verkeerd zou hebben gehandeld. Spreker had dan ook wel graag gezien, waarop de zienswijze van bur gemeester en wethouders in deze steunt. Integendeel is spreker van oordeel, dat die menschen wel wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 134