144 20 April 1912. 4o. dat de voorgevel van de berg plaats niet hooger dan 2,20 M. worde opgetrokken en het platte dak met een schild onder 45° worde afgeschuind 5o. dat de vloer van de plaats met tegels worde belegd; 6o. dat de muren van de open plaats en de onderzijde van het balcon worden gewit, in lichte kleur gesausd of geverfd en in dien toestand worden onderhouden; 7o. dat, ter voldoening aan art. 5 der woningwet, eene teekening in tweevoud, ingericht volgens art. 99 der bouwveror dening aan burgemeester en wethouders ter goedkeuring wordt aangeboden onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden deze tijdelijk verleende vrijstelling vervalt. 44. De heer VAN HULTEN, alsnu het woord gevraagd en verkregen hebbende, wijst erop, dat door hem in October j.l. reeds een voorstel is inge diend, om de minimum-loonen in de bestekken te ver- hoogen en den maximum-arbeidsduur terug te brengen tot 10 uur. Het voorstel houdt tevens de bepaling in, om die regeling met Januari 1912 te doen in gaan, en werd indertijd naar burgemeester en wet houders gezonden om prae-advies. Tot heden heeft spreker er niets van vernomén en vraagt, wanneer het advies kan komen, te meer, omdat dit punt reeds buiten den raad is behandeld en de timmer lieden al opslag hebben gekregen, waardoor de loon regeling niet meer in overeenstemming is met den werkelijken toestand. De voorzitter antwoordt hierop, dat het voorstel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 144