24 Mei 1912. Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ, J. G. OVERING, jhr. mr. A. REI GERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, J. C. J. VAN GASTEL, A. A. A. MEEUWESEN, F. C. J. VAN HULTEN, F. A. M. J. SMITS, mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCHELTUS, W. G. H. ROMBOUTS, F. J. M. HEIJ- LAERTS, A. F. SMITS, A. C. BOM, J. B. M. MERKEL- BACH VAN ENKHUIZEN, J. A. H. VAN DEN BRINK, W. J. SLECHTRIEM en L. J. STAAL. Afwezig de heeren mr. P. M. J. E. BLOEMARTS en J. R. Baron VAN KEPPEL. Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergade ring van 20 April 1912, overeenkomstig het be paalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde worden de notulen van voormelde vergadering goed gekeurd en vastgesteld. 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 147