158 24 Mei 1912. „Als toelichting vermelden wij, dat het disagio „der leening, aangegaan in 1910 tot dekking der „kosten van uitbreidingswerken gedurende de jaren „1908, 1909 en 1910 in deze rekening is verleden, „omdat de laatste verstrekking van de opbrengst „dier leening in den loop van 1911 na de sluiting der „rekeningen over 1910 heeft plaats gehad en met „een overschot dier leening nog uitbreidingswerken „in 1911 zijn betaald, zoodat de eindafrekening van „die leeningsgelden ook in de onderwerpelijke reke ningen voorkomt. „Nu sinds 1908 een vast percentage van afschrij- „ving en aflossing van het geheele geinvesteerde „kapitaal van beide inrichtingen wordt toegepast en „de winstsaldo's de ramingen daarvan belangrijk „overschrijden, achten wij den tijd gekomen om een „gedeelte dier winst te reserveeren, zonder daaraan „toe te voegen eene omschrijving van de bestemming „der reserven, zoodat over die fondsen naar om standigheden vrij kan worden beschikt. „De commissie van bijstand in het beheer der „gasfabriek en der waterleiding gaat met een en „ander accoord." Bedoelde ontwerp-besluiten zijn van den volgenden inhoud „Gezien de rekeningen der gasfabriek over het „dienstjaar 1911 met de daarbij overgelegde be scheiden „Gehoord het verslag der commissie, welke die „rekeningen heeft onderzocht „Gelet op de artt. 28-32 der verordening op „het beheer van de gasfabriek en de waterleiding „(Gemeenteblad no. 195); „b. bestemming van de netto-winst dier inrich tingen, welke is gemaakt in 1911. a. „De raad der gemeente Breda;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 158