24 Mei 1912. 161 „nagezien en accoord bevonden, waarom zij uwen „raad voorstelt, deze rekeningen goed te keuren, „zoomede het desbetreffend ontwerp-besluit, behou dens de zienswijze van een der leden der commissie, „die voorstelt te lezen in plaats van „ten behoeve „der gasfabriek (resp. waterleiding)", „ten behoeve „der gemeentebedrijven". De heer Fr. SMITS zegt, dat hij het lid is der commissie, die het liefst de laatstgenoemde redactie zag gevolgd, wijl dan over de reserve naar omstan digheden kan worden beschikt. Spreker acht het onnoodig eene omschrijving te geven van hetgeen hij onder gemeente-bedrijven verstaat. Waar de ge meente verschillende bedrijven heeft, zou het kunnen gebeuren, dat het eene bedrijf, in verhouding tot de anderen, in eene betere conditie kwam te geraken en dan zou er geen bezwaar bestaan, om het eene bedrijf te doen deelen in de voordeelen van het andere. De voorzitter zegt, dat dan wel degelijk moet aangeduid worden, wat onder gemeentebedrijven wordt verstaan. Wil de heer Smits daaronder ook de bank van leening begrijpen, vraagt spreker? De heer MEEUWESEN betoogt, dat de opbrengst van zeker bedrijf ook moet worden aangewend ten bate van dat bedrijf. Spreker begrijpt niet goed, hoe het uit een commercieel oogpunt mogelijk is, het eene bedrijf te doen deelen in de voordeelen van het andere. Het zou kunnen gebeuren, dat een der bedrijven, hetwelk thans winsten afwerpt, later in een ongunstigen toestand kwam te verkeeren. De winsten van dat bedrijf zouden aangewend zijn ten bate van een ander bedrijf en als dat eerste bedrijf at

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 161