24 Mei 1912.
181
besluit, bevattende de voorwaarden, welke burge
meester en wethouders aan de eventueel te ver-
leenen ontheffing wenschen te verbinden.
Niemand der leden hiertegen eenige
bedenking hebbende, wordt besloten de ge
vraagde ontheffing te verleenen onder de
volgende voorwaarden:
1°. dat geen verandering worde ge
bracht in de grenzen van het perceel;
2°. dat op de open plaats, zoomin als
op de open gang, breed 4 M., beide
op teekening aangegeven, nimmer iets
worde gebouwd of daargesteld;
3°. dat de nieuwe zijgevel aan de zijde
van die gang in lichte kleur worde geverfd
of gesausd en in dien toestand onderhouden
4°. dat het pakhuis achter de nieuw
te bouwen woning, mede aan adressant
toebehoorende, door adressant of zijne
rechtverkrijgenden nimmer hooger zal wor
den opgetrokken
5°. dat de in de open gang liggende
privaatput zal worden ingericht overeen
komstig de voorschriften der bouwveror
dening
6°. dat de rioleeringen van aanliggende
panden, welke onder het eigendom van
adressant zijn gelegen, door zijne zorg
zullen worden verwijderd en rechtstreeks
aangesloten aan het gemeenteriool;
7U. dat de open gang, voor zoover aan
adressant toebehoorende, door hem ten ge
noegen van burgemeester en wethouders