196 24 Mei 1912.
De heeren SCHELTUS, voorzitter, mr. W. INGEN-
HOUSZ, J. J. L. TEYCHINÉ en J. M. INGENHOUSZ,
leden der commissie voor het pensioenfonds, worden
geacht niet tot dit besluit te hebben medegewerkt.
3. De heer VAN HULTEN, alsnu het woord
gevraagd en verkregen hebbende, herinnert eraan,
dat hij in een der vorige vergaderingen erover ge
klaagd heeft, dat voor eene propagandavergadering
van de roomsch-katholieke vakvereeniging belasting
moest betaald worden volgens de verordening op
de openbare vermakelijkheden. Nu is hem medege
deeld, dat voor de Mei-meeting van de socialisten,
waarbij zelfs eene zangvereeniging hare medewerking
verleende, deze belasting niet is betaald. Gaarne
wenschte spreker dienaangaande te worden ingelicht.
De heer VAN DEN BRINK zegt, dat voor deze
feestvergadering wel degelijk belasting is betaald.
Spreker is er zelf heen geweest en heeft ook een
biljet als toegangsbewijs ontvangen.
De voorzitter kent ook geen enkele reden,
waarom voor deze bijeenkomst vrijstelling van be
lasting zou moeten worden verleend.
De heer Fr. SMITS wenschte ook een paar in
lichtingen te ontvangen in verband met de toepassing
van de belastingverordening op openbare vermake
lijkheden, wat betreft/don voorvorkoop van kaarton
•m- de heffing der belasting naar de opbrengst van
toegangsbewijzen, een en ander naar aanleiding van
hetgeen door den voorzitter bij de behandeling der
verordening in den raad is gezegd.
De voorzitter verzoekt den heer Smits zijne
vragen schriftelijk te willen indienen. Spreker wijst
/L&je.