I Juni 1912. Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ, J. G. OVERING, jhr. mr. A. REI GERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, J. C. J. VAN GASTEL, F. C. J. VAN HULTEN, F. A. M. J. SMITS, mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCHELTUS, W. G. H. ROM- BOUTS, F. J. M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS, A. C. BOM, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, J. B. M. MER- KELBACH VAN ENKHUIZEN, J. A. H. VAN DEN BRINK, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL en J. R. Baron VAN KEPPEL. Afwezig de heer A. A. A. MEEUWESEN. Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT,, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 24 Mei jl. nog niet gereed zijn, weshalve hij voorstelt, de vaststelling daarvan tot eene volgende vergadering aan te houden. Waartoe besloten wordt. De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een schrijven van den heer Meeuwesen, berich tende, dat hij verhinderd is deze vergadering bij te wonen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 199