204
1 Juni 1912.
Vóór stemden de heeren Lijdsman, J. M. Ingen
Housz, overing, van gastel, van hulten, Fr.
Smits, Bom, Bloemarts, Merkelbach van Enk
huizen en van den Brink.
Tegen waren de heeren Reigersman, Teychiné, mr.
W. IngenHousz, Scheltus, Rombouts, Heijlaerts,
A. F. Smits, Slechtriem, Staal en van Keppel.
5. Schrijven van de kamer van koophandel en
fabrieken alhier, daarbij ter goedkeuring aanbiedende
de rekening en verantwoording van de aan die
kamer verstrekte gelden over 1911.
De voorzitter stelt voor, deze rekening ter
fine van onderzoek en rapport te stellen in handen
eener commissie van drie leden.
Hiertoe besloten zijnde, en op verlangen van den
raad, dat de voorzitter die commissieleden zal
aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd
de heeren Teychiné, van Keppel en Staal.
6. Schrijven van burgemeester en wethouders,
daarbij, onder overlegging van een brief van het
dagelijksch bestuur van het heemraadschap van de
Mark en Dintel, in overweging gevende eene aan
bevelingslijst van drie personen op te maken ter
benoeming van een heemraad voor de scheepvaart,
bij periodieke aftreding op 1 Januari a.s. van den
heer mr. W. IngenHousz.
Wordt overgegaan tot stemming voor
den eersten candidaat.
Er worden uitgebracht 20 stemmen, waarvan 17
op den heer mr. W. IngenHousz, 1 op den heer