212
1 Juni 1912.
„2o. Tegen betaling van f 1,— voor iederen dag,
„waarop hetzij een of meermalen de weg geheel of
„gedeeltelijk besproeid is.
„Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen
„ons te machtigen aan de adressante te berichten:
„a. dat besproeiing zal worden toegestaan op
„een der wijzen als hiervoor is aangegeven;
„b. dat het benoodigde water overeenkomstig de
„wijze van besproeiing kan worden onttrokken aan
„de leiding in den weg tegen betaling zooals hier
door sub 1 of 2 is aangegeven, een en ander onder
„zulke voorwaarden als verder door ons college zullen
„worden vastgesteld.
De voorzitter, dit punt aan de orde stellende,
vraagt, of de raad zich met het prae-advies van
burgemeester en wethouders kan vereenigen.
De heer A. F. SMITS vraagt, in hoever de gelden,
welke de Baronielaan opbrengt, ook tot onderhoud
daarvan besteed worden.
De voorzitter antwoordt hierop, dat verreweg
het grootste gedeelte van de grondrenten tot onder
houd besteed wordt. In den eersten tijd waren de
uitgaven zelfs iets hooger dan de opbrengst.
De heer A. F. SMITS zegt, dat hij zich dan wel
met het voorstel kan vereenigen. Spreker is ervoor,
om de inkomsten in het algemeen ook tot onder
houd en verbetering van den weg te doen strekken.
„c. dat door ons college deze laatstbedoelde voor
gaarden zullen worden vastgesteld, zoodra de zeker
heid is verkregen, dat de besproeiing zal plaats
„hebben."