28 Juni 1912.
waardoor aan de bedenkingen van gedeputeerde
staten wordt tegemoet gekomen.
De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit
voorstel kan vereenigen.
De heer VAN HULTEN vraagt, of het niet wensche-
lijk zou zijn, de huurders tijdig met het tijdstip van
ontruiming in kennis te stellen. Spreker zegt, dat bij
sommigen de vrees bestaat, dat zij onverwacht tot
ontruiming zullen genoodzaakt zijn.
De voorzitter antwoordt hierop, dat die vrees
ongegrond is. De menschen zullen in ieder geval in
tijds gewaarschuwd worden.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu
het overgelegde ontwerp-besluit goedge
keurd.
7. Stemming over het voorstel van den heer
BLOEMARTS tot het verleenen van eervol ontslag
aan den heer J. A. van den Broek, als onderwijzer
aan de openbare school aan de Middellaan alhier
met ingang van 15 Juni 1912, over welk voorstel
in de vorige vergadering de stemmen hebben gestaakt.
De voorzitter zegt, dat aan het verlangen van
den onderwijzer van den Broek om vervroegd ont
slag, door burgemeester en wethouders bereid reeds
is tegemoet gekomen, door hem enkele dagen ver
lof te verleenen.
De heer BLOEMARTS meent, dat zijn voorstel
thans van rechtswege vervallen is, omdat het tijd
stip, waarop het ontslag zou moeten ingaan, thans
verstreken is. Indien in de vorige vergadering was
226