28 Juni 1912.
meente-secretarie van de hier bedoelde teekeningen
iets bekend is.
De heer Fr. SMITS meent, dat in dit geval een
prae-advies niets ter zake zal afdoen, maar acht het
toch wel gewenscht, dat notitie wordt genomen van
het verzoek van adressant, om in de bouwverorde
ning een termijn vast te leggen binnen welken door
burgemeester en wethouders eene beslissing moet
worden genomen. Spreker hoopt, dat bij eene even-
tueele wijziging der bouwverordening daarmede reke
ning zal worden gehouden.
De voorzitter wijst erop, dat adressant goed
keuring vraagt van stukken, die niet ingezonden zijn.
De heer Fr. SMITS meent, dat er dan wellicht
iets anders achter zit.
De heer BLOEM ARTS acht het bezwaarlijk, om
in de verordening een termijn aan te geven binnen
welken eene beslissing moet worden genomen. Er
kunnen zich gevallen voordoen, dat een zekere ter
mijn niet in acht genomen kan worden. Wel acht
het spreker gewenscht, dat men op de secretarie van
niemand eenig stuk aanneemt zonder afgifte van
een reiju.
De voorzitter zegt, dat hij dit punt bij burge
meester en wethouders zal ter sprake brengen en
geeft alsnu in overweging het adres te stellen in
handen van burgemeester en wethouders ter afdoening.
"Zonder verdere bedenking wordt dien
overeenkomstig besloten.
9. Adres van den heer P. A. Wijmer, eervol
ontslagen ambtenaar van den burgerlijken stand dezer
228