28 Juni 1912.
245
De voorzitter antwoordt hierop, dat het dage-
lijksch bestuur altijd nota neemt, van hetgeen in
„de Strijd" voorkomt. In dit geval is de zaak echter
zeer overdreven voorgesteld. Burgemeester en wet
houders hebben aan een ambtenaar een onderzoek
opgedragen en daarbij is gebleken, dat, hoewel de
toestand der loods niet goed is er van eenig oogen-
blikkelijk gevaar geen sprake is. Inmiddels is aan
den eigenaar der loods het verzoek gericht eenige
verbeteringen aan te brengen, waartoe deze zich
bereid verklaard heeft, zoodat binnenkort de kwestie
op bevredigende wijze zal worden opgelost.
De voorzitter sluit de openbare vergadering,
welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren.