3 Augustus 1912. „tot grondslag strekken bij de verder te stellen „voorwaarden. „Uit het hier bijgevoegd rapport van den directeur „der openbare werken en bedrijven en de mede „daarbij overgelegde teekening blijkt, welke gronden „voor straataanleg zijn bestemd en op welke wijze „aan het verzoek van adressanten kan worden ge- „volg gegeven. „Ons met dit rapport vereenigende, hebben wij „de eer U voor te stellen het verzoek toe te staan „onder de voorwaarden, in het rapport nader om schreven en, voor zooveel noodig, elk afzonderlijk „toegelicht. „De commissie van bijstand in het beheer der „openbare werken, te dezer zake gehoord, heeft zich „met dit voorstel vereenigd". De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten het verzoek van adressanten toe te staan en om den grond voor de straten, voor zoover aan hen toebehoorende en hetgeen daarop of daarin op hunne kosten zal worden ge maakt, kosteloos in eigendom te aanvaarden onder de volgende voorwaarden a. dat de richting, ligging en breedte der straten moeten zijn als bij het uitbrei dingsplan van 22 September 1906 zijn vastgesteld en vanwege burgemeester en wethouders op het terrein zullen worden aangegeven b. dat de kruin der bestratingen regel- 262

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 262