264 3 Augustus 1912. tiging verzoekende tot de uitvoering van verschillende bestratings werken, welke niet in de begrooting van het loopende dienstjaar zijn opgenomen en waarvan de kosten zijn geraamd op f 8400,met voorstel om die kosten te bestrijden uit den post hoofdstuk XVI art. 12 (kosten van buitengewone werken, nader door den raad aan te wijzen en te dekken uit beschikbare middelen), zoodat daarvoor niet wordt geleend. De voorzitter zegt, dat dit voorstel is gedaan in de veronderstelling, dat geene geschikte keien voor de bestrating van den Haagdijk konden aan gekocht worden. Inmiddels zijn burgemeester en wethouders er toch nog in geslaagd de noodige keien voor die bestrating aan te koopen, zoodat dit werk nog in den loop van dit jaar zal worden uitgevoerd. Desniettegenstaande hebben burgemeester en wet houders toch gemeend het onderwerpelijke voorstel te moeten handhaven. Niemand der leden daartegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten over eenkomstig genoemd voorstel. 18. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij te kennen gevende, dat op 11 September 1911, overeenkomstig het advies der gezondheidscommissie, eene aanschrijving werd gericht tot de eigenares van de woningen, Haagdijk nos. 79 en 81 (gang), om binnen den termijn van twee maanden aan die woningen verschillende noodig geachte verbeteringen aan te brengen, of zoo daaraan de voorkeur mocht worden gegeven, de bewoning te staken of te doen staken. Aangezien de verlangde verbeteringen niet zijn aangebracht, doch de woningen inmiddels zijn ont-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 264