B Augustus 1912.
279
De voorzitter zegt, dat dit een heel ander
geval zou zijn, dan waarover de discussie thans loopt.
Er is naar gestreefd om meer te bereiken, dan aan
vankelijk mogelijk bleek. In plaats van daarvoor
dankbaar te zijn, verwijt men burgemeester en wet
houders, dat afgeweken is van de plannen, welke
niet voldeden.
De heer VAN KEPPEL erkent gaarne, dat de
aangebrachte veranderingen, ook verbeteringen zijn.
Spreker meent echter, dat de plannen opnieuw aan
den raad hadden moeten worden aangeboden, omdat
die ook de eerste plannen heeft goedgekeurd. De
mogelijkheid had kunnen bestaan, dat die verande
ringen in het oog van burgemeester en wethouders
als verbeteringen waren te beschouwen, maar dat zij
inderdaad verslechteringen konden zijn.
De heer VAN HULTEN vindt het vreemd, dat
in andere gemeenteraden, waar subsidie-aanvragen
van vereenigingen ter verbetering van de volkshuis
vesting inkomen, de plannen druk besproken worden.
Daar schijnen dus de raden wel eenige medezeg
genschap te hebben.
De voorzitter betoogt nogmaals, dat de plan
nen, die aan den raad worden overgelegd, louter
toelichtingen zijn op de aanvrage om een voorschot.
De goedkeuring der eigenlijke bouwplannen berust
volgens de wet bij burgemeester en wethouders.
De heer ROMBOUTS zegt, dat de aanvrage om
een voorschot vergezeld gaat van een algemeen plan,
waarnaar men wenscht te bouwen. De nieuwe aan
vrage van de vereeniging „Volkshuisvesting" heeft
betrekking op het bouwen van 58 woningen. Indien