1 hu 6 September 1912. Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ, J. G. OVERING, jhr. mr. A. REIGERS MAN, J. J. L. TEYCHINÉ, F. A. M. J. SMITS, mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCHELTUS, W. G. H. ROMBOUTS, F. J. M. HEIJLAERTS, A. C. BOM, J. B. M. MERKELBACH VAN ENKHUIZEN, J. A. H. VAN DEN BRINK, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. Baron VAN KEPPEL en F. C. J. VAN HULTEN. Afwezig de heeren A. A. A. MEEUW ESEN, A. F. SMITS en mr. P. M. J. E. BLOEMARTS. Voorzitter de heer mr. E. P. VAN LANSCHOT, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergade ring van 3 Augustus 1912, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezon den en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing Ééne vacature.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1912 | | pagina 285